dinsdag 6 januari 2009

Tommie en de baksteen

Tommie reed voor het eerst met een groep motorrijders mee en vond het nog wel spannend. Hij reed nog niet zo lang motor en deze mannen en vrouwen reden al jaren. Het was tegelijkertijd wel veilig, in zo'n grote groep ben je niet het buitenbeentje dat autorijden maar saai vindt. Heerlijk, het geluid van ronkende motoren, de geur van rubber, het blinkende chroom. Ze reden op een mooie zomerdag door allerlei dorpjes en zouden straks lekker koffie gaan drinken.

Het maken van scherpe bochten ging nog niet zo goed, Tommie moest vaak corrigeren als hij de bocht doorging. Hier was er weer zo een, weer een scherpe bocht naar rechts. Er lag een baksteen op de weg, Tommie zag het op tijd, concentreerde zich, keek naar het obstakel en toen hij de bocht doorreed, kon hij de baksteen moeilijk ontwijken. Zijn voorwiel ging over de baksteen heen en omdat hij nog steeds in de bocht zat, gleed zijn voorwiel opzij. Tommie dacht nog: "Dit is nou het nadeel van motorrijden, je moet je balans houden en als dat niet meer gaat, val je om". Gelukkig reed hij niet zo snel, zodat Tommie maar een klein stukje over de weg heen schoof. Zijn motor lag nu op de grond, de schade viel mee, zijn stuur was wat verbogen en er zaten hier en daar een paar krasjes op het chroom.

Kort daarna dronken ze met de hele groep koffie en Tommie schaamde zich een beetje dat hij gevallen was, het liefst zou hij stilletjes in een hoekje gaan zitten. Een van de oudere motorrijders, Klaas, ging naast Tommie zitten. Klaas had een grijze baard en deed een beetje aan de kerstman denken. Tot Tommie's verbazing maakte Klaas een compliment: "Dat ving je mooi op, die schuiver in de bocht, ik deed dat vroeger eens en moest met een grote schaafwond naar het ziekenhuis. Heb je weleens opgemerkt hoe makkelijk je normaal gesproken een bocht neemt als je geniet van het rijden en meer naar voren kijkt?" "Ja", zei Tommie, "als ik geen obstakels tegenkom gaat het prima. Ik zag die baksteen en keek er heel goed naar zodat ik er niet overheen zou gaan, en toch ging ik er overheen, ik begrijp het niet, ik deed zo mijn best."

Klaas nam nog een paar slokken koffie en zei: "Misschien is het beter om iets minder je best te doen en meer te genieten." Tommie keek een beetje verward en Klaas ging verder: "Ik denk weleens dat ik de motor met mijn ogen stuur, en niet met mijn handen. Als je met je ogen goed een bocht inkijkt, volgt je motor je vanzelf." Klaas gaf zijn lege koffiekopje aan Tommie: "Pak dit eens aan". "Toen je dit kopje aanpakte, dacht je na welke spieren je moet gebruiken om je arm en vingers te bewegen?". Tommie zei: "Natuurlijk niet, ik keek en mijn hand deed het gewoon." Klaas stond op en zei: "Zo is het ook met motorrijden, je kijkt naar waar je naartoe wilt en doet het gewoon. Als je naar een obstakel kijkt, rijdt je daar naartoe; het is beter om naar de weg te kijken waar je naartoe wilt, en dan gaat alles bijna vanzelf. En kijk wat verder weg, hou de horizon in de gaten, dan kun je beter je evenwicht bewaren."